Zaailingen wiet: tips voor een probleemloze zaailingfase

De fase waarin je wietzaadjes uitgroeien tot echte zaailingen is één van de meest belangrijke fases in het leven van je wietplanten. Zaailingen zijn immers nog erg kwetsbaar, maar ze bepalen voor een groot deel wel hoe je wietplanten zich zullen vormen. Een fors gestrekte zaailing zal zelden uitgroeien tot een korte, stevige wietplant. Vandaar dien je al vroeg alles op alles te zetten om het tot een succes te brengen.

Genetica

Het succes van je kweek begint bij de genetica van je wietzaadjes. Iedereen die wel eens wietzaadjes heeft gekweekt afkomstig uit een wietzakje van de coffeeshop kan hierover meepraten. In veel gevallen is de gedane moeite voor niets en ontpoppen deze zaden zich tot hermafrodiet wiet. Het loont dus zeker de moeite om je te verdiepen in welke soort(en) je wilt gaan kweken. Alle wietzaden in ons assortiment voldoen aan strenge kwaliteitseisen én zijn gefeminiseerd. Hierdoor heb je minimaal 95% kans op vrouwelijke wietplanten. Van de honderd wietzaden zullen er dus slechts enkele niet volledig vrouwelijk worden. Het overgrote deel wel, wat een hoop uitzoeken en selecteren overbodig maakt.

Een mooie extra is dat je tegenwoordig ruime keuze hebt uit kwalitatief goede wietzaadjes. Zo kun je enkele soorten kweken en voor jezelf uitvinden wat de perfecte wietsoort voor jou is, zowel qua kweken als effect en smaak.

Succes begint bij ontkiemen

Niets is zo vervelend als enkele wietzaadjes die niet ontkiemen. Wietzaden ontkiemen kun je op verschillende manieren doen. Mocht je voor het eerst wiet kweken dan is het aan te raden om uit te vinden welke methode het best bij jou past. De één ontkiemt liever tussen watten op een schoteltje of in een luchtdicht afgesloten zakje. Terwijl de ander het meeste succes heeft bij het direct planten van de wietzaadjes in aarde. Wat in alle gevallen belangrijk is, is dat je je wietzaadjes zo snel mogelijk na het ontkiemen in de grond stopt. Het enige nut van ontkiemen is dat de kiemwortel zich laat zien, waarna je haar zo snel mogelijk het werk ondergronds wilt laten uitvoeren.

Potten

Goede potten zijn onmisbaar als je een goed resultaat wilt behalen. Een grotere pot zal zorgen voor een grotere wietplant, maar elke week je wietplant overpotten in een grotere pot is ook niet rendabel. Dit omdat je wietplant altijd even moet wennen aan een nieuwe pot en zo enkele dagen stilstaat in de groei. Kortom: waar moet je allemaal rekening mee houden als je potten gaat aanschaffen?

Afwatering en beluchting

Het is belangrijk dat overtollig water weg kan stromen en niet in de pot ‘blijft staan’. Potten zonder gaten onderin zullen vaak problemen krijgen door overmatig vocht bij de wortels. Dit kan wortelrot veroorzaken en, wanneer dit langer aanhoudt, kan het zelfs zorgen dat je wietplanten het begeven. Investeer dus in goede potten met gaten onderin, zodat het water weg kan lopen. Ook kan er zo meer verse lucht bij je wortelsysteem komen en kan deze zich optimaal ontwikkelen. Er zijn ook zogenaamde smart pots met gaten aan de zijkant, dit geeft de beluchting van je wortels een extra boost. Hoewel de gaten onderin zeker onmisbaar zijn voor een goede zaailingenfase en succesvolle kweek.

Potmaat

De eerste paar weken kom je nog wel door met een kweekpotje (P9) van 9 x 9 centimeter. Na zo’n vier tot zes weken komt het moment dat je ze wilt verpotten in potten met een inhoud van 10 liter. Je zaailingen zijn dan ontpopt tot ware wietplanten. Ongeveer één à twee maanden later kun je dan eventueel nog eens verpotten naar een definitieve eindpot. Wil je je wietplanten optimaal de ruimte geven, dan doe je er goed aan om ze tegen die tijd in 25-30 liter potten te steken.

Let op: Wanneer je autoflowers kweekt is het aan te raden om ze als jonge zaailingen direct in de laatste pot te stoppen. Zo voorkom je dat je je autoflowers vaker moet overpotten. Dit zorgt er namelijk voor dat je autoflowers even stilstaan in de ontwikkeling. Uiteindelijk kost dit flink wat opbrengst en zet je jezelf dus op achterstand.

Verpotten van wietplanten

Je wietplanten verpotten heeft meerdere voordelen. Zo zorgt het voor een eenvoudige waterhuishouding. Een zaailing in een 30 liter pot is lastig te bewateren, aangezien je al snel te veel water geeft. In een kleinere pot ontwikkelt het wortelstelsel zich ook beter en vormt ze al snel een mooie kluit. Na het verpotten dien je er, ook bij reguliere feminized wietplanten, rekening mee te houden dat de groei iets vertraging oploopt. Op zich geen probleem, als je ze dan ook wat extra dagen geeft voor de groei. Idealiter wil je voor aanvang van de bloeifase zorgen dat je je wietplanten verpot naar de laatste pot.

Kweekmedium

Waar je je wiet op kweekt is ook zeer belangrijk voor het uiteindelijke succes van je zaailing. Een zaailing in zwaar bemeste aarde zal zich niet lang kunnen ontwikkelen, doordat de tere wortels verbranden door de meststoffen. Een voedingsarme zaai- en stekgrond is dus prima voor de eerste paar weken. Eventueel kun je dit aanvullen met wortelstimulator, om zo voor maximale wortelgroei te zorgen. Kweek je op kokos dan heb je deze zorgen niet, omdat kokos altijd voedingsarm is. Echter heb je dan weer meer omkijken naar het bevochtigen van je medium, want kokos droogt simpelweg sneller uit dan aarde. Bij hydro kweken als kweken op kokos of in een volledig hydro-systeem dien je ook nauwlettend je pH- en EC-waarde te monitoren. Zo weet je zeker dat je wietplanten elke dag weer maximaal floreren.

Verlichting voor zaailingen

In het bijzonder jonge zaailingen zijn zeer gevoelig voor licht. Wellicht ben je al op de hoogte dat wietzaden nog geen licht nodig hebben. Zo gauw als ze zich boven de grond laten zien en het zaailingen worden, hebben ze direct licht nodig. De eerste paar dagen kun je ze nog voor het raam neerzetten, maar let altijd op of je symptomen van te veel of te weinig licht ziet. Als je zaailing gaat strekken en bizar snel de hoogte in groeit, vaak merk je dit ook wel aan een slappe stam, krijgt ze te weinig licht. Ze zoekt dan als het ware naar licht en groeit hier ook naar toe.

Een teveel aan licht komt gelukkig weinig voor, omdat wietplanten veel licht kunnen verdragen. Mocht dit toch optreden dan zul je verdikte en verbrande bladeren opmerken. Dit is doorgaans een teken dat de lichtbron te dicht op je wietplanten hangt. De oplossing is dan simpel, hang je lampen wat verder weg van je wietplanten om schade te voorkomen. Helemaal bij zaailingen hang je liever je lampen eerst iets verder weg. Groeit je zaailing te snel en zie je deze licht strekken, hang dan de lampen iets dichterbij.

Krachtige LED-panelen (met COB-LED bijvoorbeeld) kun je in het begin gerust ongeveer 100 centimeter boven je plant hangen. Voor HPS geldt de vuistregel: Wattage delen door 10 en dat in centimeters aanhouden. Een 600 Watt paneel hang je dus op zijn laagst 60 centimeter boven je zaailingen. Je kunt gerust iets hoger beginnen en gaandeweg de groei de hoogte aanpassen naar 60 centimeter.

De juiste temperatuur

De temperatuur van de ruimte waar je zaailingen in opgroeien is zeer belangrijk. Te koud zorgt dat ze niet optimaal groeien en in het ergste geval de groei zelfs helemaal stagneert. Een te warme omgeving kan zorgen voor hittestress en dit kan je zaailingen zelfs fataal worden. Voor een perfecte cyclus zorg je dat de ruimte al lekker op temperatuur is voor je je zaailingen plaatst. Als de lichten aan staan (overdag) is een temperatuur van 20-25 graden Celcius perfect. Het is ook belangrijk dat de temperatuur ’s nachts maximaal zo’n 5 graden onder de dagtemperatuur ligt. Indien het verschil groter is dan zal dit je zaailingen onnodige stress opleveren.

Luchtvochtigheid

Tijdens een kweekcyclus zal de relatieve luchtvochtigheid idealiter tussen de 40% en 60% zitten. Stekjes hebben in het beginsel een zeer hoge luchtvochtigheid nodig, omdat ze nog geen wortels hebben. Vaak wordt daarom gedacht dat zaailingen ook veel luchtvochtigheid nodig hebben, maar niets is minder waar. Wanneer de luchtvochtigheid tegen de 60% zit, is dat prima voor je zaailingen. Gaandeweg de groei kun je de luchtvochtigheid dan iets verlagen, aangezien wietplanten steeds iets minder luchtvochtigheid nodig hebben. In de groeifase kan dit tegen de 50% zijn en in de bloei zak je dan af richting de 40% relatieve luchtvochtigheid. Dit is eenvoudig te meten met een hygrometer, die je tegenwoordig ook vrij voordelig kan verkrijgen.

Frisse lucht

Net als grotere wietplanten hebben ook je zaailingen behoefte aan frisse lucht. Enige luchtverversing is dan ook zeer wenselijk. Omdat ze nog zo klein zijn hebben ze nog geen grote ventilator in de ruimte nodig, dat zou iets te veel van het goede zijn. Een eenvoudige oplossing om toch voor wat ventilatie te zorgen is met behulp van een kleine USB-ventilator bijvoorbeeld. Ventilatie zorgt vooral voor een hogere weerstand van je zaailingen. Bovendien zorgt bewegende lucht ook voor dikke en stevige stammen. In het bijzonder een goede voorbereiding als je je wietplanten binnen voorkweekt om daarna buiten in de volle grond te steken. Maar of je nu binnen of buiten kweekt, ventilatie mag nooit ontbreken voor de beste resultaten!