Hoe zie je dat je vrouwelijke wietplant is bevrucht?

Een bevruchte vrouwelijke wietplant zal zaden gaan produceren, in plaats van dikke toppen te produceren. Dit is het resultaat van bestuiving van je vrouwelijke wietplant. Als je er op tijd bij bent hoef je je nog geen zorgen te maken. Een en ander valt nog te redden en een slechte oogst kun je zeker nog voorkomen. Maar hoe herken je een bestoven vrouwelijke wietplant zo snel mogelijk en wat kun je er dan aan doen?

Mannetjes en vrouwtjes

Het is gebruikelijk om mannelijke en vrouwelijke wietplanten uit elkaar te houden. Met als voornaamste reden dat een mannetje vrouwtjes kan bestuiven. De productie van lekkere, dikke toppen wordt na bestuiving gestopt en de energie verplaatst zich naar het produceren van wietzaden. Zoals je wellicht weet verkopen wij alleen gefeminiseerde wietzaadjes, waardoor je 99% kans hebt op vrouwelijke wietzaden en, dus ook, vrouwelijke wietplanten. Hoewel de kans zeer klein is, is het handig om te weten hoe je ziet dat je vrouwelijke wietplant is bevrucht. Het is ook uiterst interessant en nuttig om te weten.

Enkele simpele tips zorgen er namelijk voor dat je geen toppen met zaadjes oogst aan het einde van de bloeifase. Als je buiten kweekt kan dit probleem omvangrijker zijn, aangezien stuifmeel van wiet zich kilometers ver kan verspreiden. Met een beetje wind erbij kan het zich makkelijk tientallen kilometers verspreiden. Mocht er een paar straten verderop een mannelijke wietplant staan, dan kan jij daar dus last van krijgen. Een mooie kas voor je wietplanten buiten brengt daar direct verandering in aan.

Belang van onbevruchte vrouwelijke wietplanten

Onbevruchte vrouwelijke wietplanten produceren logischerwijs vrouwelijke toppen, precies wat we willen roken. Deze bevatten vele malen meer THC en andere werkzame stoffen. De bloemvorming van een mannelijke wietplant is verwaarloosbaar ten opzichte van die van een onbevruchte vrouwelijke wietplant. Je kunt dus stellen dat onbevruchte vrouwelijke wietplanten de moeite zeker waard zijn. Terwijl mannelijke wietplanten enkel de neiging hebben om de oogst te laten mislukken. Zonde, aangezien ze voor de meeste kwekers ook de moeite niet waard zijn om te kweken.

Enkel doorgewinterde veredelaars gebruiken mannelijke wietplanten om speciale kruisingen te maken. Of om op zoek te gaan naar die ene verfijning, waardoor een bestaande wietsoort nog krachtiger of rijker wordt aan smaak bijvoorbeeld. Als gemiddelde kweker die zijn of haar eigen wiet wilt kweken heb je er echter weinig aan. Voor de voortplanting zijn ze beiden nodig, voor jou als hobbykweker slechts de onbevruchte vrouwelijke wietplanten.

Hoe voorkom je bevruchting van je vrouwelijke wietplant?

Voor bevruchting heb je dus zowel een mannelijke, als een vrouwelijke wietplant nodig. Hermafrodieten zijn tweeslachtig, vrouwelijke wietplanten met mannelijke geslachtskenmerken. Door alle wietplanten met mannelijke kenmerken direct te verbannen uit je kweekruimte, minimaliseer je de kans op bevruchting van je vrouwelijke wietplant. De eerste weken bloei zijn hierbij kritisch, controleer dus zeker in de eerste paar weken van de bloei regelmatig op geslachtskenmerken.

Het voorkomen van bevruchting begint al bij het uitzoeken van je wietzaden. Haal je willekeurig zaadjes uit toppen, die je per ongeluk in een zakje van de coffeeshop bent tegenkomen, dan is de kans groter dat je mannelijke wietplanten of hermafrodieten tegenkomt. Shop je kwalitatief goede wietzaadjes van goede merken, zoals op Wietzaadjes.nl, dan zijn de kansen zeer klein dat je mannetjes of hermafrodieten tegenkomt.

Mannelijke wietplant herkennen

Tijdens de vroege bloeifase breekt het moment aan dat je je wietplanten (dagelijks) kunt inspecteren. Vrouwelijke wietplanten laten doorgaan iets later haar geslachtskenmerken zien ten opzichte van mannelijke wietplanten. Als eerste tekenen zul je een zaadzakje zien aan het begin van de vertakkingen met witte haartjes die uitsteken.

Mannelijke wietplanten daarentegen produceren geen haartjes die uit het zaadzakje steken. Deze produceren eerst kleine zakjes met stuifmeel, welke zich bij elkaar zullen verzamelen. Hierdoor hangen ze bij elkaar als een trosje. Enkele dagen tot weken later barsten de zakjes open, waarbij het stuifmeel vrijkomt. Precies het moment dat je wilt voorkomen, omdat vanaf dit punt ook je vrouwelijke wietplanten bevrucht kunnen raken. Isoleer de mannelijke wietplant als je deze herkent om erger te voorkomen.

Bevruchte vrouwelijke wietplant herkennen

Indien je een mannetje of hermafrodiet hebt gespot, is de kans groot dat je andere vrouwelijke wietplanten bevrucht raken. Ook daarom is het goed om aan het begin van de bloeifase te controleren hoe de bloeifase begint en verloopt, zodat je op tijd kunt ingrijpen als het nodig is. Want ook zonder mannetje in je kweekruimte kun je te maken krijgen met bestuiving.

De stampers, bloeiharen, geven ook een aanwijzing of je te maken hebt met een bevruchte wietplant. Een normale vrouwelijke, onbevruchte, wietplant zal namelijk geleidelijk van wit naar amber verkleuren. Een bevruchte vrouwelijke wietplant zal enkel de bovenste helft van de stampers doen verkleuren. Ze lijken ook erg snel ingedroogd, iets wat normaal pas aan het einde van de bloeitijd het geval is. Als dit na enkele weken bloei al het geval is, heb je vrijwel zeker met een bevruchte wietplant te maken.

Schutbladeren van de wietplant kunnen ook tekenen van bevruchting laten zien. Zo zullen ze groter worden als de wietplant bevrucht is. De schutbladeren (nabij de bloemkelken) kun je openmaken om te bekijken of deze zaden bevatten. Neem dan voorzichtig een schutblad uit met een pincet en maak deze open. Je hebt met een bevruchte wietplant te maken als er zaad in het schutblad zit.

Hoe kunnen je wietplanten binnen worden bevrucht?

Zelfs als je binnen kweekt ben je niet helemaal gewapend tegen bevruchting van je vrouwelijke wietplanten. Ook als je regelmatig controleert kan dit gebeuren, maar hoe dan? Allereerst kan het zo zijn dat je een hermafrodiet in je kweekruimte hebt staan. Dit kan genetische aanleg zijn, maar in het overgrote deel van de gevallen gaat het om stress. Vaak een teken dat er iets tijdens de kweek niet helemaal optimaal is, in een klein deel van de gevallen is het domweg pech.

Stress is vaak het gevolg van een lichtlek, waardoor ze niet minimaal 12 uur volledig in het donker staan. Sommige wietsoorten reageren slechter op stress en kunnen doorschieten na het toepassen van meerdere kweektechnieken, zoals toppen en fimmen. Controleer daarom je kweekruimte of deze lichtdicht is en geef je wietplanten enkele weken rust, na het toepassen van kweektechnieken.

Stuifmeel van wiet heeft een groot bereik en blijft ook makkelijk op je kleding en lichaam achter. Op die manier kun je er ook tijdens een binnen kweek last van krijgen. Om te voorkomen dat je hier last van krijgt is het handig om je handen te wassen en eventueel te douchen voor je bij je wietplanten gaat kijken.

Als je eenmaal met een bevruchte vrouwelijke wietplant te maken hebt gehad, en dus stuifmeel in je kweektent hebt gehad, doe je er goed aan om je kweektent grondig schoon te maken. Stuifmeel kan zomaar eens achterblijven in je kweektent en opwaaien door ventilatie bijvoorbeeld. Door zo nu en dan grondig schoon te maken voorkom je dit ook.

Wat te doen als je vrouwelijke wietplanten bevrucht raken?

Mocht je in een vroeg stadium ontdekken dat je vrouwelijke wietplanten bevrucht zijn, dan sta je voor een keuze. Laten staan brengt het risico met zich mee dat je andere wietplanten ook bevrucht raken. Als je de oorzaak snel hebt gevonden dan kun je de mannelijke wietplant en het bevruchte vrouwtje scheiden van de rest van je wietplanten. Zo voorkom je dat de rest ook bevrucht raakt en zaden gaat produceren. Mocht je de bestuivende wietplant hebben gevonden, dan is het handig om er eerst een vuilniszak of andere plastic zak omheen te doen. Hierdoor kan er geen stuifmeel afkomen op het moment dat je besluit de bestuivende wietplant, het mannetje of de hermafrodiet, uit je kweekruimte te verwijderen.

Wanneer je voor optimale productie gaat dan kan het verstandig zijn om afscheid te nemen van de mannelijke wietplant en de bevruchte vrouwelijke wietplant. Dit voorkomt mogelijke ongemakken waarvan je had gehoopt dat je ze had voorkomen. Er is immers maar een heel klein beetje stuifmeel nodig om je vrouwelijke wietplanten te bevruchten. Doe dit dus heel secuur en realiseer je dat het stuifmeel zomaar vrij kan komen. Tref altijd voorzorgsmaatregelen en ben er zeker van dat je de plant in kwestie rustig, liefst volledig afgedekt, transporteert naar een andere plek.

Kun je de wietzaden afkomstig van de bevruchte plant zaaien?

Weggooien is zonde, dus het is het proberen zeker waard. Verwacht er echter niet precies hetzelfde van als wat je wellicht gewend bent van de soort. Wietzaden, met name als gevolg van stress, afkomstig van een bevruchte wietplant kunnen zeer uiteen lopen qua prestaties. Zo kun je een toevalstreffer hebben die wel goed presteert, maar over het algemeen dus geen topprestaties. Let ook op, aangezien deze zaden doorgaans meer mannetjes en hermafrodieten voortbrengen. Kiezen voor nieuwe wietzaden van topkwaliteit is dan doorgaans een betere keuze.

Mocht je het een keer uit willen proberen, zeker doen. Richt je je liever op de volgende kweek en wil je het risico op mannelijke/hermafrodiete wietplanten uitsluiten, gooi de zaadjes dan weg. Of strooi ze uit in de tuin, lekker voor de vogels en wie weet groeit er nog wat!

Wiet van bevruchte wietplanten roken

Mochten je wietplanten toch bevrucht raken op enig punt en je besluit om je kweek te vervolgen, kun je de bevruchtte wiet dan nog roken? Ja, het kan, is het korte antwoord. Het kost wat meer tijd en moeite, omdat je de zaadjes eerst uit de toppen wilt hebben. Dit kan met de hand of met een pincet om zo zorgvuldig elk zaadje mee te pakken. Je kunt je wiet ook in een grinder doen en rustig aan verkruimelen, je hoort en/of voelt het immers snel genoeg als er een zaadje tussenzit. De smaak en het THC-gehalte van wiet met zaad kan tegenvallen en minder zijn dan die van volledig vrouwelijke wietplanten.

Let wel op, wiet toppen met wietzaadjes bevatten veelal ook stuifmeel. Iets waar je allergisch voor kunt zijn, net als voor al het andere stuifmeel (hooikoorts). Mocht je daar symptomen van vertonen tijdens het roken van wiet met zaadjes, dan is het goed om je joint weg te leggen en wellicht over te gaan op de volgende optie.

Een andere optie is je oogst gebruiken voor het maken van hasj. Aangezien de terpenen en werkzame stoffen nog steeds in de toppen aanwezig zijn. Zo weet je zeker dat er geen zaden in je eindproduct zitten en geniet je alsnog van je gekweekte wiet en gemaakte hasj. Hier gebruik je dan het liefst bubble bags (iceolator) voor. Ook hier geldt dat het eindresultaat niet representatief is voor een uitstekende hasj die van topkwaliteit wiet is gemaakt. Maar het is al snel vele malen beter dan je wiet met zaden zomaar weg te gooien.